De ondernemingsraad (OR) van een organisatie heeft een duidelijke wettelijke basis. Juist vanwege die basis is de OR in staat om haar taken uit te voeren. Een van de vele belangrijke taken is opgenomen in artikel 28 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Het behandelt de zorgtaken van de OR in de naleving van wetten.

 

Fysieke intimidatie

De OR is bevoegd om er bij de directie of het bestuur op aan te dringen dat voor problemen een goed plan van aanpak komt. Uit onderzoek van het CNV eerder in de maand juni, bleek dat bijna een derde van de vrouwen op het werk te maken heeft (gehad) met aanranding of een andere fysieke vorm van seksuele intimidatie.

 

Onbekend

Vrouwen die te maken krijgen met seksuele intimidatie, melden dit bijna niet bij hun leidinggevende of het management. Ruim een kwart van de respondenten in het CNV-onderzoek zegt hun klachten niet op het werk te hebben besproken. Meer dan 40% stapte met hun klacht niet naar een vertrouwenspersoon. Een kwart van de vrouwen wist niet eens waar ze met een dergelijke ervaring binnen de organisatie terecht kunnen.

 

Van essentieel belang

Uit de bovenstaande cijfers blijkt hoe belangrijk het is om op de werkvloer goed te communiceren over ongewenst gedrag. Het is een belangrijk aandachtspunt voor werkgevers!

 

Taak voor de OR

De ondernemingsraad kan gebruik maken van het initiatiefrecht (artikel 23, lid 3 WOR) en zo de directie/bestuurder adviseren om een gedragscode op te stellen en binnen de organisatie verder uit te rollen. In een gedragscode moet dan duidelijk vermeld worden wanneer er sprake is van gewenst en ongewenst gedrag. Ook moet duidelijk worden waar slachtoffers zich kunnen melden en wat de verdere procedure is. Ook sancties op ongewenst gedrag dienen benoemd te worden. Afhankelijk hoe dat laatste wordt vormgegeven, heeft de OR instemmingsrecht op zo’n gedragscode.

 

Wil je meer weten over het opstellen van een eigen Gedragscode voor jouw organisatie? Neem dan contact op via de knop hieronder!
Een eerste gesprek is kosteloos.